Wacht niet tot morgen
Merlijn Kamerling gaat in zijn boek Nu ik je zie (2020) op zoek naar een completer beeld van zijn vader Antonie Kamerling, die in 2010 overleed. Hiervoor brengt hij zijn vader opnieuw tot leven door uren interviews, films en filmpjes te kijken, artikelen te lezen en familie, vrienden en andere bekenden van zijn vader te spreken. Er is veel beschikbaar, Antonie was immers een veel besproken, bekeken en beluisterd acteur en zanger. De zoektocht heeft Merlijn een aardig compleet beeld van zijn vader opgeleverd en belangrijker nog: de zin om vanaf nu met mensen over zijn vader te blijven praten. Ook al bezorgt dit hem ook pijn en verdriet, het is beter dan niet voelen en niet weten. Het boek eindigt aan de keukentafel met een heel puur moeder-zoon-gesprek.
Herinneringen bewaren
Moeder Isa – Hoes, net als Antonie een bekende actrice en tevens (scenario)schrijfster – vertelt dat ze met haar zoon en dochter herinneringen wil gaan ophalen. Fotoboeken erbij en verhalen vertellen. Ze realiseert zich dat ze dingen vergeet, naarmate ze ouder wordt. Dingen van vroeger, die mogelijk verdrongen zijn, maar ook gebeurtenissen van niet zo lang geleden. Helemaal niet prettig om je te realiseren natuurlijk. En toch gebeurt het ons vroeg of laat allemaal. Dus schrijf nu het nog kan! Dat is mijn eerste gedachte bij het lezen van deze bekentenis. Maar er zijn natuurlijk meer manieren om herinneringen te bewaren.
Voor altijd
Later in het afsluitende hoofdstuk gaat het over dochter en zus Vlinder die niets meer weet van de tijd rondom het overlijden van haar vader. Terwijl ze in die tijd – ze was toen vijf – heel veel verhalen over haar vader had. Uiteraard vindt haar moeder dat heel erg om te horen. Mensen willen niets liever dan herinneringen van dierbaren voor altijd bij zich houden. Dat is ook wat je leest in boeken over rouwverwerking: ik ben bang dat ik hem (of haar) vergeet. Isa is met haar dochter gaan zitten en gaan vertellen. Ik zie het voor me en het ontroert me.
Wacht niet tot morgen
De moraal van dit verhaal? Het belang van verhalen en herinneringen. Die er dan wel moeten zijn. Het laatste hoofdstuk van Nu ik je zie heet: Tijd genoeg. In de context van hun gesprek klopt dat ook. Toch denk ik vooral: wacht niet tot morgen.