Ik heb geen stenen verlegd
Ergens denk ik: kom ik weer aan met mijn zware kost op deze zonnige dag. Die zon waar we zo lang op hebben moeten wachten. Maar misschien gaat het in deze blog juist over het verlichten van die zware kost. Ik ga een poging wagen!
Ik las vanochtend, in die heerlijke zon en onder het genot van een kop koffie, een interview uit het magazine Drempel | over leven met sterven. Ik begrijp dat dit voor velen niet het tijdschrift is waarin je met plezier wil lezen, maar ik word er juist rustig van. Piet van Leeuwen wordt geïnterviewd, een zeventigjarige man die 18 jaar als hospice-arts heeft gewerkt. Mijn antennes gingen aan toen hij vertelde dat – naar zijn idee – mensen in hun leven vaak bezig zijn met stenen verleggen. En daar had ik gister nou net over geschreven in een voorstel voor een nieuwe klant. Wie de meeste stenen verlegt, kan rustig sterven, zo lijkt de gedachtegang. En anderen kunnen niet rustig sterven? Het stoort Piet, alhoewel hij ook begrijpt dat velen het een mooi lied vinden (De Steen, Bram Vermeulen), want het zegt: mijn leven heeft ertoe gedaan. Piet is (inmiddels) van mening dat je geen stenen hoeft te verleggen, dat je er was, is genoeg.
Zonder masker
Piet begeleidde in zijn werkzame leven ruim 4000 stervenden. In de stervensfase zie je mensen in hun essentie, als mens. Mensen verliezen in hun sterfbed hun masker, zo is hem opgevallen. Ze zijn te moe om zich groter te maken dan ze zijn. Een doorsnee sterfbed is dan ook niet poëtisch en ook niet dramatisch, zo stelt hij. Hij zou graag zien dat mensen net als over zwangerschap en bevallen, voorbereid worden op sterven. Er is veel onberedeneerde angst en dat zie je terug in hoe mensen met het sterven omgaan en ernaar toe leven. Terwijl het natuurlijk proces van doodgaan ervoor zorgt dat je steeds minder prikkels van buitenaf krijgt, waaronder ook pijnprikkels. Ook krijgen je hersenen minder zuurstof, dus je bent minder bezig met gedachtes als: ik ga dood. Dit is even de korte samenvatting, maar zo klinkt sterven in ieder geval minder eng.
Ik heb het teruggegeven
Wat verder in het interview haalt Piet aan dat het ego de streber is die vaak een leven lang druk is met het verleggen van stenen. Het is ook dit ego dat voortdurend probeert om de dood meters voor te blijven. En als je dan tóch doodgaat, dan wil het ego liefst nóg van alles en nog wat: waardig sterven, alles precies volgens plan, etcetera. Epictetus, een denker uit de klassieke oudheid, had over het levenseinde een mooie gedachte: zeg nooit, ik heb het verloren, maar: ik heb het teruggegeven. Want: was het ook wel van mij? Een heel nederig uitgangspunt, als je het zo bekijkt. Het herinnert mij aan enkele regels uit een lied van Marco Borsato (Dit was je leven). Een nummer dat ik sowieso bloedmooi vind:
Want zo is het leven
Geluk en verdriet
Het werd je gegeven
Maar je wilde het niet
En iets wat je krijgt, kun je teruggeven. Zo ook je leven. Ik besef natuurlijk heel goed dat dit opschrijven eenvoudig is, ernaar leven een heel ander verhaal.
Om zijn verhaal kracht bij te zetten, benoemt Piet nog een Boeddhistische uitspraak: de kunst is om balans te vinden tussen de wil om te leven en de bereidheid om te sterven. Iets waar je beter niet mee kan wachten tot aan je sterfbed.
Maar…
Het lezen van het interview heeft me inzicht gegeven in hoe je je kunt verhouden tot sterven. Ik laat het de komende tijd verder op me inwerken. Tegelijkertijd zet het me aan tot een nieuwe zoektocht: naar hoe je dat dan doet met naasten die je – voor je aardse gevoel – achterlaat. De woorden van Piet klinken heel mooi en puur, maar als moeder van twee jonge kinderen mis ik nog een stukje puzzel. Ik kan dan wel mijn eigen leven teruggeven, maar de impact ervan op het verdere leven van mijn partner en kinderen speelt daarbij toch echt een grote rol. Ik kom er graag achter hoe je je daar dan in rust toe kunt verhouden. Zodra ik meer ontdekt heb hierover, lees je het terug in een van mijn blogs.
Wat me voor vandaag in ieder geval positief stemt, is dat ik geen grootse dingen hoef te doen in het leven dat nog voor me ligt (al wil ik dat wel graag;-); dat ik er was, is goed genoeg. Dat voelt licht!